Posts tonen met het label Ian Thorpe. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Ian Thorpe. Alle posts tonen

dinsdag 18 april 2017

Het fundamenteel verband tussen glijden en een zwakke catch

Bij Swim Smooth we noemen iemand die zich volledig concentreert op het zwemmen met zo weinig mogelijk slagen per lengte een Overglider. Dit type zwemmers gelooft dat het aantal slagen per lengte een goede weergave is van hoe efficiënt hij zwemt. Vele zwemmers hebben ook geleerd dat het inbouwen van een pauze en zo ver mogelijk doorglijden, hen ook energie zal besparen.

De waarheid is echter dat deze manier van zwemmen nu net méér energie vraagt. De dichtheid van water is 800 keer hoger dan lucht en elke pauze in uw zwemmen zal er onmiddellijk voor zorgen dat er wordt afgeremd, en bij de volgende slag moet je dit dan opnieuw ophalen. Dit versnellen-vertragen-versnellen-... is helemaal geen efficiënte manier van zwemmen.


Onder water zien we dat bijna alle Overgliders hun elleboog laten zakken aan het begin van de slag en hun handpalm wijst naar voor. We noemen dit "op de rem staan":



Maar hoe komt dat in hun zwemslag terecht? Het eenvoudige antwoord zou kunnen zijn dat deze zwemmers zich zo lang mogelijk proberen te maken en deze beweging brengt hun vingers naar boven, maar er is ook nog een andere uitleg...

In de onderstaande foto kan je zien wat de positie van de hand ten opzichte van de elleboog zou moeten zijn. De elleboog is iets hoger dan de pols, de pols is iets hoger dan vingers:


Het grootste probleem bij het ontwikkelen van een goede catch techniek is om deze initiële positie te bekomen. Als dit goed onder controle is, volgt de rest meestal vanzelf. Van zodra uw hand in deze positie komt, zal het water over de rug van uw hand vloeien en de catch zal automatisch worden ingezet. Een pauze in uw slag zal niet mogelijk zijn.



De Overglider heeft dus een probleem...het water duwt hem in de positie om de catch te starten maar hij wilt dat niet. Het enige wat hij kan doen om dit process te doorbreken is om zijn pols te laten zakken en tegen het water in te duwen - dus effectief een pauze inbouwen. Natuurlijk gebeurt dit niet met de intentie om een pauze in te bouwen maar wel in een poging om "zo ver mogelijk door te glijden".

Dit fundamenteel verband tussen glijden en een zwakke catch is één van de belangrijkste redenen waarom je NOOIT een glijfase moet inbouwen in uw zwemmen (en al zeker niet als je pas begint te zwemmen). Gebruik uw volledige bewegingsvrijheid om alles vloeiend en constant te laten verlopen.


Elite zwemmers


In onze blog "Als Katie Ledecky niet glijdt...waarom jij dan wel?" hebben we al besproken hoe je het glijden kan meten, en hebben we gezien dat er bij de elite zwemmers een heel miniem tijdsverschil (minden dan 0.2 seconden) zit tussen het eindigen van een slag en het beginnen van een nieuwe slag.
Als je die elite zwemmers bekijkt, dan lijkt het dat ze toch glijden, maar dit is enkel een optische illusie. In werkelijkheid gaan ze naadloos over van de ene slag in de andere zonder enige vorm van pauze.

Ian Thorpe schreef ooit in zijn biografie This Is Me dat hij ongeveer 32 slagen nodig had voor 50m. Dat is een enorm lange slag, maar hij kon dat zelfs reduceren tot 24 slagen per 50m. Maar hij wilde dat niet doen, omdat dit veel minder efficiënt aanvoelde. Dus zelfs de grote Ian Thorpe koos er voor om niet voor het laagste aantal slagen te gaan, maar voor het meest efficiënte. Dat toont nog maar eens aan dat zwemmen niet gaat over "met zo weinig mogelijk slagen zwemmen", maar wel over "efficiënt zwemmen met een goede techniek en ritme".


De Overglider genezen


Als je zelf een Overglider bent maar je slaagt er maar niet in om die pauze uit uw zwemslag te halen, zul je nu misschien begrijpen waarom. Het is belangrijk om weten dat het nu niet de bedoeling is om zomaar uw armen sneller te laten ronddraaien want uw handpositie zal je nog steeds doen afremmen en die snellere frequentie zal heel moeilijk zijn. In plaats daarvan, werk aan uw techniek om in positie 1 van hierboven te komen. Deze positie zal onmiddellijk uw slagfrequentie wat doen stijgen en je zal direct sneller en efficiënter zwemmen.

Hoe snel kan het gaan?



Tijdens onze voorbije Swim Smooth trainingsstage in Lanzarote hadden we een dame die dit probleem had. Dit kon heel mooi worden vastgelegd op de video beelden waardoor we dit probleem heel efficiënt konden gaan aanpakken. Aan de linkerkant zie je een beeld van de eerste video opname en aan de rechterkant zie je een nieuwe opname op het einde van de stage. Het is nog steeds niet 100% perfect maar we stellen in 1 week tijd toch al een enorme verbetering vast!




Weet je ook niet goed waar te beginnen? Kom naar onze video analyse en correctie sessie en we bepalen voor jou uw prioriteiten en stippelen een traject uit om uw grootste problemen aan te pakken. In Mei en Juni zijn er nog wat plaatsen vrij.
Check onze website en reserveer uw plaats voor een video analyse


Swim Smooth!

dinsdag 7 februari 2017

Als Katie Ledecky niet glijdt...waarom jij dan wel?

Heel wat zwemmers en coaches spreken nogal eens over het “glijden” door het water en de voordelen daarvan. Maar heb je al eens nagedacht wat dit “glijden door het water” eigenlijk betekent? 

Een definitie van glijden kan zijn : de tijd tussen het eindigen van de ene slag en het beginnen van de catch van de volgende slag:




De tijd tussen 2 slagen is de “glijdtijd”. Tijdens die “glijdtijd” komt er geen stuwing uit de armen en glijd je als het ware door het water. 


Elite Glijdtijden


Het interessante aan het verhaal is dat heel wat elite zwemmers ook lijken te glijden. Maar wat is nu die “glijdtijd” bij deze zwemmers? Zit er wel een tijdsverschil tussen die 2 momenten? Het antwoord zal misschien verrassend klinken.  Als we de grote zwemmers uit onze geschiedenis nauwkeurig gaan bekijken (Ian Thorpe, Rebecca Adlington, Michael Phelps, Katie Ledecky, Alex Popov en Sun Yang) dan zien we dat die tijd heel gelijkaardig is : tussen 0,1 en 0,2 seconden. 

Hier zien we Katie Ledecky. Katie start een nieuwe catch (B) van zodra haar vorige slag is geëindigd (A).

1 tot  2 tienden van een seconde….dat is echt wel heel weinig en alhoewel het lijkt dat deze zwemmers door het water glijden, is dat dus niet echt correct. Dit schijnbaar glijden is meer te wijten aan hun vloeiende zwemtechniek.

En wat met uw glijdtijd?


Hoe zou dat nu voelen om te zwemmen met een glijdtijd van 0,1 tot 0,2 seconden? Als je met deze timing zwemt zal je deze “pauze” nooit gewaar worden en het voelt alsof je van de ene slag naadloos in de volgende slag overgaat. 

Maar als je echt met een pauze en glijdmoment in uw zwemslag zit, dan zal die glijdtijd meer in de richting van 0,4 tot 0,5 seconden gaan:

Een klassieke overglider: Glijdtijd 0.45 sec, snelheid 1:42 /100m
Dit tijdsverschil is nu al groot genoeg om problemen te zien in uw techniek. Dit tijdsverschil zal ervoor zorgen dat je begint te vertragen en je gaat dieper in het water komen te liggen. Dit dieper zakken brengt dan weer een bijkomende weerstand met zich mee die moet overwonnen worden.

Als je actief een poging hebt gedaan om deze glijfase in uw zwemslag te introduceren, dan zal die glijdtijd al in de richting van 0,7 tot 1,2 seconden gaan. Vanaf 0,7 seconden spreken we al van extreme overglijden. Op die moment is uw zwemtechniek helemaal niet meer efficient en het is niet ondenkbaar dat je slechts enkele lengtes kan zwemmen vooraleer je even moet stoppen om te recupereren: 


Extreme Overglider: Glijdtijd 0.84 sec, snelheid 2:56 /100m
Merk op dat deze zwemmer al volledig onder het wateroppervlak is gezakt. Hij moet dus al een enorme weerstand overwinnen en daarbij komt ook nog dat hij al heel wat moeilijkheden zal hebben om te ademen.

De nerd in ons komt boven…


Als je (net zoals ikzelf) ook van nummertjes en analyse’s houdt, dan zal je wel geïnteresseerd zijn in deze grafiek. Dit is data van 75 zwemmers van een heel verschillend niveau, van beginners tot en met Olympische zwemmers. In de grafiek zie je de verhouding tussen hun snelheid en hun glijdtijd: 



Het meest belangrijke in de data is dat er een duidelijk verband bestaat tussen glijden en snelheid. Hoe langer de zwemmer glijdt, hoe trager en hoe minder efficient hij zwemt.

Om dit statement nog eens wat kracht bij te zetten hebben we op de onderstaande figuur een aanduiding gemaakt van de zwemmers die snel zwemmen met een lange glijdtijd:



Nee, het is geen fout, er zitten geen zwemmers in de selectie, omdat die zwemmers simpelweg niet bestaan.


Is “glijden” een vuil woord?


Op de Swim Smooth website werd glijden al eens al als een “vuil woord” beschouwd. Natuurlijk kwam daar wel eens wat reactie op van verschillende coaches maar de laatste jaren is de visie van verschillende coaches toch al drastisch veranderd. 

Glijden wordt door de zwemcoaches wel eens gebruikt om aan te duiden aan de zwemmers dat ze hun slag wat langer moeten maken. Dit is op zich natuurlijk een heel goede instructie van deze coaches.

Spijtig genoeg is de realiteit dat zwemmers, die gevraagd worden om te glijden, dit gaan overdrijven en alleen maar een glijdfase inbouwen.
Eens ingebakken, is deze pauze en glijdtijd heel moeilijk om terug aan te passen. 
Het zou veel beter zijn om uit te leggen aan de zwemmers dat het niet de bedoeling is om hun slag zo lang mogelijk te maken en het woord glijden te vermijden. 

Swim Smooth!